Peter Swanborn
dichter       docent       recensent

Nieuws       Biografie       Publicaties       Translations       Lessen       Contact

 
Een Lied van Strijd & Onthechting (2007)
Het verhaal speelt zich af gedurende een doorwaakte nacht volgend op de dag waarop een vrouw door haar zoveelste man aan de kant is gezet. De vrouw wentelt zich in haar eenzaamheid, maar gaat al snel de straat op en loopt door nachtelijk Rotterdam, van Diergaarde Blijdorp en Bar Ramona naar de bouwput van het Centraal Station.
In juni 2007 heeft de sopraan Cora Schmeiser tijdens de Operadagen Rotterdam de premičre gezongen.

Tekst en concept: Peter Swanborn
Muziek: Rita Knuistingh Neven
Duur: ± 40 minuten


4 - Visje, visje

Visje, visje, in het water
Kijk eens wat ik voor jou heb
Vette wormen uit de modder
Klaar in mootjes fijn gehakt.

Roze vogel op een stelt
Kijk eens wat ik voor jou heb
Kleine visjes, vers gevangen
In het wild, van poes gepakt.

Kroko, kijk eens hier, naar mij
Kijk eens wat ik voor jou heb
Vers gebakken pink flamingo
Van het spit en zelf geplukt.

Of heb je liever mnsenvlees?
Zal ik in de leeuwenkooi?
In het water van de haaien?
Opgegeten voor zonsopgang
Niemand die mij missen zal
Niemand die mij vinden zal
Opgegeten voor zonsopgang
Niemand die mij zoeken zal
Opgegeten voor zonsopgang
Niemand die mij
Op wil eten...

*

Vier Liederen van Strijd en Onthechting (2001)
Deze vier liederen zijn speciaal geschreven voor de sopraan Marjanne Kweksilber. De liederen vertellen geen verhaal, maar geven elk een andere impressie van het mentale proces dat de vrouw doormaakt of doorgemaakt heeft. De vier elementen, aarde, water, lucht en vuur spelen hierin een belangrijke rol.
In juni 2001 heeft Marjanne Kweksilber de premičre van deze cyclus gezongen.

Muziek: Rita Knuistingh Neven
Tekst: Peter Swanborn
Duur: ± 15 minuten


1 - Staand op een rots

Staand op een rots die vooruit
geschoven lijkt door een avontuurlijk
en koppig streven naar vrijheid
naar onderscheid, kijk ik naar benęe.

In het ravijn duwen zand en wind
elkaar omhoog, en weer terug en
alsof een herinnering naar boven
komt, onverwacht alsof een

herinnering tevoorschijn
Stof valt stil en waait niet weg
geen plant beweegt, geen dier kijkt op
of om. Ik weet niet goed wat nu te doen.

Staand aan de rand van een rivier
zie ik hoe een steen zich verzet en
op wil springen van de bodem
naar mijn hand, door glans omspeeld.